Prikken, is dat niet meer iets voor een dokter?

Een tijdje geleden werd ik gevraagd om bij een mevrouw langs te komen op een van de afdelingen. Ze is geopereerd, verwachtte eigenlijk na een paar dagen weer thuis te zijn, maar nu is ze hier al een maand. Alles wat maar mis kon gaan, ging mis – complicaties, pech, ellende. Ze maakt zich zorgen omdat ze zichzelf niet meer herkent. Vooral omdat ze het idee heeft dat ze heel verdrietig zou moeten zijn door alles wat er gebeurt, maar dit niet voelt. 

‘Ik zou zo graag eens flink willen huilen’ zegt ze, ‘maar ik kan het niet. Ze vroegen of ik met een geestelijk verzorger wilde praten en ik dacht, laat ik dat maar eens doen, misschien prikt die er wel doorheen’. 
Een licht ongemakkelijk gevoel bekruipt me. Prikken, is dat niet meer iets voor een dokter? Alsof ik nu een soort trucje zou moeten doen. Moet ik mevrouw nu laten huilen? Natuurlijk is dat niet hoe het werkt, maar misschien wel iets wat deze mevrouw verwacht of hoopt.

We raken in gesprek en ik vraag haar naar de afgelopen tijd, haar ervaringen, de hectiek van het ziekenhuis, het wachten. Ze heeft het gevoel dat het eindeloos uit moeten houden van de onzekerheid haar heeft uitgehold, alsof ze alleen nog bestaat uit een omhulsel en er van binnen niet meer is. Ik vraag haar waar ze nu het meest behoefte aan zou hebben, wat ze het meest nodig heeft. 
‘Rust’, is haar antwoord, ‘maar die vind ik niet. Ik voel me juist de hele tijd rusteloos, alsof ik de hele tijd iets moet.’
‘Is er iets wat u in het ‘normale’ leven rust geeft?’, vraag ik. 
‘Muziek’, antwoordt ze meteen.
Ik vraag haar of er een liedje is dat zou passen bij wat zij nu doormaakt. Een soort soundtrack van de film waar zij nu tegen wil en dank de hoofdrol in speelt.

Ze denk even na en zegt dan: ‘Ja, dat is er wel. Het liedje The Impossible Dream van Luther Vandross’. Terwijl ze de woorden uitspreekt zie ik dat het haar emotioneert. Er rolt een traan over haar wang.
Ze is zichtbaar verbaasd. ‘Ik ben nog nooit zo dankbaar geweest voor een traan’, zegt ze lachend door haar tranen heen. Ik merk dat haar emotie mij ook raakt. Onverwacht zijn we samen opeens getuige van de mysterieuze kracht van muziek. Zelfs zonder dat die klinkt. Het is een bijzonder moment. En dan heb ik het liedje nog niet eens gehoord.
    
Deze situatie kwam bij mij naar boven toen mij gevraagd werd om iets te schrijven over het thema oprechte aandacht. Als je je machteloos voelt bij het aanzien van het lijden dat mensen doormaken, wat kun je dan doen? Kun je wel iets doen? Wat kun je nog voor mensen betekenen als je het gevoel hebt alles uit de kast te hebben gehaald en nu met lege handen te staan?

Om oprecht aandachtig te zijn probeer ik stil te staan bij wat er nu is, wat iemand op dit moment ten diepste bezighoudt. Met een open houding te luisteren naar iemands verhaal. Zonder oordeel en zonder een vooropgezet plan of doel. Dat maakt het voor mezelf ook onzeker en kwetsbaar, maar misschien is dat wel wat oprechte aandacht juist mogelijk maakt. Kwetsbaarheid is onderdeel van onze menselijkheid, iets wat ons met elkaar verbindt, en daarmee ook iets waarin we elkaar kunnen ontmoeten, zelfs zonder al te veel te doen.

Bij het afscheid bedankt ze me voor alles. 
Zoveel heb ik niet gedaan’, zeg ik. 
Ze lacht en zegt:

‘Dankjewel, wat fijn dat je er was’.

Tim Driessen, geestelijk verzorger
Vakgroep Geestelijke verzorging & Ethiek